Automagisch

‘Het werkte niet!’ Hij schreeuwde de spreuk nog een keer, maar er gebeurde niets. De zaal met leerlingen keek ademloos toe. ‘De magie is zwak, vanmorgen. Het lukt niet,’ verontschuldigde professor Kristoffel. Hij zond alle leerlingen weg.

Eenmaal alleen, beende hij naar het aangrenzend vertrek. ‘Ambrosius! Waar hang jij uit?’

De stokoude man in stofjas kreunde bij het opstaan. ‘Wat wil je, Kristoffel? Is het weer stuk?’

‘Waarom heb ik jou anders nodig?’ sneerde de professor. ‘Zorg eens dat alles blijft werken.’

Ambrosius mompelde: ‘Ik kan niet toveren.’

Zuchtend beklom hij de trap naar de zolder. Door het openen van de deur wervelde het stof in een warme luchtvlaag. Er klonk zacht zoemen, dus het systeem had energie. Ambrosius controleerde de verbinding; de juiste controlelichtjes brandden en ook het draadloze netwerk draaide zoals het al een eeuw deed. Hij concentreerde zich op de verzameling cilinders, kubussen en rechthoeken en vergewiste zich ervan dat alle apparaten functioneerden.

‘Het zit aan jouw kant.’ Ambrosius liep mee naar de randapparaten die de professor in zijn magie gebruikte en tilde de fluwelen hoezen eraf. ‘Kraaltjes en spiegeltjes,’ gromde hij. ‘Werkte deze spreuk niet?’

Kristoffel knikte.

‘Ik zie het al,’ zei Ambrosius. ‘Hij heeft geen energie.’ Hij sneed een stuk uit het snoer en verbond het opnieuw aan elkaar. ‘Draadbreuk,’ zei hij, ‘kan de beste gebeuren.’ Hij schuifelde terug naar zijn stoel.

Kristoffel herschikte foeterend het fluweel over het artefact.

’s Middags demonstreerde hij de magie aan de leerlingen: ‘Alexa!’ En het werkte.